Meet de belangstelling

Een van de voorwaarden om een nieuwe school te mogen stichten, is dat u kunt aantonen dat er voldoende belangstelling is voor de nieuwe school. De belangstellingsmeting gaat online via ouderverklaringen. Met een ouderverklaring geven ouders aan dat ze uw initiatief steunen. Dit kan van 1 juli tot en met 29 oktober.

Wie mag er een ouderverklaring afgeven?

Ouders kunnen per kind 1 ouderverklaring afgeven. Ouderverklaringen mogen afgegeven worden door ouders van kinderen in een bepaalde leeftijdscategorie en woongebied. Dit hangt af van de onderwijssoort en het voedingsgebied van uw initiatief:

Leeftijd

De kinderen moeten op 1 november van het kalenderjaar van de aanvraag in de leeftijdscategorie vallen:

Een school in het primair onderwijs:

Ouders met kinderen van 2 tot en met 4 jaar.

Een school in het voortgezet onderwijs:

Ouders met kinderen van 10 tot en met 12 jaar.

Voedingsgebied

Kinderen van de ouders die een ouderverklaring afgeven, moeten in het voedingsgebied van uw initiatief wonen. De 4 cijfers van de postcode van de locatie van uw nieuwe school bepalen dit gebied. Voor het basisonderwijs geldt een straal van 6 kilometer en voor voortgezet onderwijs van 15 kilometer vanaf die plek.

Gebruik de postcodehulp bij Plan gesprekken in het voedingsgebied om te kijken welke postcodes in het voedingsgebied van uw initiatief liggen.

Het verzamelen van ouderverklaringen

Het is aan u als initiatiefnemer om ouders enthousiast te maken voor het initiatief.

Een beloning geven voor een ouderverklaring mag niet. Ook mogen ouders niet onder druk gezet worden om deze af te geven. Als blijkt dat dit toch is gebeurd, kunnen ouderverklaringen ongeldig worden.

U kunt ouders doorverwijzen naar de informatie voor ouders op de DUO website:

Instructie voor de ouders

U kunt ouders doorverwijzen naar de pagina Ouderverklaring voor nieuwe scholen. Hier vinden zij informatie en het initiatievenoverzicht.

De ouder kan het initiatief steunen door via de groene button 'Ouderverklaring' in te loggen op de MIJN DUO pagina. De ouder moet vervolgens inloggen met DigiD via sms-authenticatie of de DigiD- app. Tot en met 29 oktober kunnen ouders de ouderverklaring eventueel ook weer intrekken. Een ouderverklaring geldt niet als inschrijving bij een school.

Wanneer is er voldoende belangstelling?

In Mijn DUO ziet u hoeveel ouderverklaringen u hebt voor uw initiatief. Met dit aantal kunt u berekenen of u voldoet aan de benodigde stichtingsnorm. Het aantal te verwachten leerlingen in het 11e jaar na de aanvraag is daarvoor bepalend.

Stichtingsnormen

  • In het basisonderwijs wordt de stichtingsnorm vastgesteld per gemeente. De stichtingsnormen per gemeente kunt u vinden op wetten.nl. Hier vult u “stichtingsnorm” in bij “Zoek op woord op zinsdeel”- “in de tekst”. De meest relevante ministeriële regelingen staan bovenaan.
  • Voor het voortgezet onderwijs gelden wettelijke stichtingsnormen (artikel 4.2 WVO) Link opent externe pagina :
    390 leerlingen voor een nieuwe school voor vwo
    325 leerlingen voor een nieuwe school voor havo en 130 leerlingen voor een havo-afdeling
    260 leerlingen voor een nieuwe school voor mavo
    260 leerlingen voor een nieuwe school voor vbo, bij meerdere profielen 160 leerlingen per profiel
    120 leerlingen voor een nieuwe school voor praktijkonderwijs

  • Voor het starten van een scholengemeenschap in het voortgezet onderwijs moet u per schoolsoort de stichtingsnorm eerst vermenigvuldigen met 0,75. 
  • Voor het starten van een nevenvestiging in het voorgezet onderwijs gelden wettelijke stichtingsnormen (artikel 4.2a WVO Link opent externe pagina ):
    195 leerlingen voor een nieuwe nevenvestiging voor vwo
    195 leerlingen voor een nieuwe nevenvestiging voor havo
    130 leerlingen voor een nieuwe nevenvestiging voor mavo
    130 leerlingen voor een nieuwe nevenvestiging voor vbo, vink hierbij de profielen aan die u al geeft in de bovenbouw
    het stichten van een nieuwe nevenvestiging voor praktijkonderwijs is niet mogelijk
  • Voor het starten van een nieuwe nevenvestiging met meerdere schoolsoorten moet u per schoolsoort de stichtingsnorm eerst vermenigvuldigen met 0,75. 
  • In Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) gelden andere stichtingsnormen dan in Europees Nederland. Meer informatie hierover is te vinden op de pagina “Sticht een school in Caribisch Nederland.” 

Formule voor berekening

U moet berekenen of u voldoet aan deze stichtingsnormen via de formule:

q = (y/x*100%)*w*z

In de formule wordt vermenigvuldigd met 100%, dit is gelijk aan het vermenigvuldigen met 1. De uitkomst van de formule wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal (tot 0,5 afronden naar beneden, vanaf 0.5 afronden naar boven).

q = is het aantal te verwachten leerlingen in het 11e kalenderjaar na de aanvraag. Dit aantal moet minimaal gelijk zijn aan de stichtingsnorm. 

y = het totaal aantal kinderen waarvoor een ouderverklaring is afgegeven. 

x = het totaal aantal kinderen woonachtig in het voedingsgebied in de leeftijd van 2 t/m 4 jaar voor basisonderwijs en 10 t/m 12 jaar voor voortgezet onderwijs.

w (basisonderwijs) = het totaal aantal kinderen van 4 tot en met 11 jaar, plus 30 procent van het aantal kinderen van 12 jaar in het voedingsgebied. Dit gemeten op 1 januari van het 11e kalenderjaar na de aanvraag, gebaseerd op gegevens onder meer verstrekt door het CBS.

w (voortgezet onderwijs) = het gemiddelde aantal leerlingen van 12 en 13 jaar in het voedingsgebied op 1 januari van het 11e kalenderjaar na de aanvraag, gebaseerd op gegevens onder meer verstrekt door het CBS, vermenigvuldigd met het aantal verblijfsjaren van de school.

z = 0,7. Dit is een bij ministeriële regeling bepaalde correctiefactor.

Op uw initiatievenpagina in Mijn DUO krijgt u in juli van DUO de getallen die nodig zijn voor x en w (eerdere getallen zijn slechts een indicatie). U moet nog wel zelf de berekening doen. 

Prognoses van DUO en van een gemeente kunnen afwijken. Voor uw berekening gebruikt u de cijfers van DUO.

Bij voortgezet onderwijs moet u het getal w nog vermenigvuldigen met het aantal verblijfsjaren van de betreffende schoolsoort. Deze vindt u in de “Regeling voorzieningenplanning vo 2020”.

Voorbeelden per onderwijssoort

Voorbeeld basisschool

Te verwachten aantal leerlingen op 1 januari in het 11e kalenderjaar na indiening van de aanvraag q=(y/x*100%)*w*z.

In de formule wordt vermenigvuldigd met 100%, dit is gelijk aan het vermenigvuldigen met 1. De uitkomst van de formule wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal.

Totaal aantal 2- t/m 4- jarigen waarvoor ouderverklaring is afgegeven (y): 85.
Totaal aantal 2- t/m 4-jarigen op 1 januari in kalenderjaar van aanvraag in het voedingsgebied (x): 3.100.
Totaal aantal 4- t/m 11-jarigen plus 30% van het aantal 12-jarigen op 1 januari in het 11e kalenderjaar na aanvraag (w): 8.000+ 2.500= 10.500.
Correctiefactor (z): 0,7.

q=(85/3.100*100%)*10.500*0,7= 201,53 =202.

Het te verwachten aantal leerlingen in het 11e kalenderjaar na aanvraag is in dit voorbeeld 202. Dit aantal moet gelijk zijn aan of hoger zijn dan de stichtingsnorm. De stichtingsnorm in deze gemeente is 200. De school uit dit voorbeeld voldoet met 202 te verwachten leerlingen in het 11e kalenderjaar na aanvraag aan de stichtingsnorm.

 

Voorbeeld mavo

Te verwachten aantal leerlingen op 1 januari in het 11e kalenderjaar na indiening van de aanvraag q=(y/x*100%)*w*z. 

In de formule wordt vermenigvuldigd met 100%, dit is gelijk aan het vermenigvuldigen met 1. De uitkomst van de formule wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal.

Totaal aantal 10- t/m 12-jarigen voor wie een ouderverklaring is afgegeven (y): 225.
Totaal aantal 10- t/m 12-jarigen in het voedingsgebied (x): 7.300.
Gemiddelde aantal 12- en 13-jarigen vermenigvuldigd met aantal verblijfsjaren mavo (w): 2.300*3,9= 8.970.
Correctiefactor (z): 0,7.

q=(225/7.300*100%)*8.970*0,7 =193,53 = 194.

Het te verwachten aantal leerlingen in het 11e kalenderjaar na aanvraag is in dit geval 194. Dit aantal moet gelijk zijn aan of hoger zijn dan de stichtingsnorm. De stichtingsnorm voor een school voor mavo is 260 leerlingen (artikel 64, eerste lid, WVO). De school uit dit voorbeeld voldoet met 194 te verwachten leerlingen in het 11e kalenderjaar na aanvraag niet aan de stichtingsnorm.

Voorbeeld scholengemeenschap

Te verwachten aantal leerlingen op 1 januari in het 11e kalenderjaar na indiening van de aanvraag q=(y/x*100%)*w*z. 

In de formule wordt vermenigvuldigd met 100%, dit is gelijk aan het vermenigvuldigen met 1. De uitkomst van de formule wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal.

School voor mavo

Totaal aantal 10- t/m 12-jarigen voor wie een ouderverklaring voor mavo is afgegeven (y): 225.
Totaal aantal 10- t/m 12-jarigen in het voedingsgebied (x): 7.300.
Gemiddelde aantal 12- en 13-jarigen vermenigvuldigd met aantal verblijfsjaren mavo (w): 2.350*3,90= 9.165.
Correctiefactor (z): 0,7.

q=(225/7.300*100%)*9.165*0,7 =197,73 = 198 te verwachten leerlingen voor mavo.

School voor havo

Totaal aantal 10- t/m 12-jarigen voor wie een ouderverklaring voor havo is afgegeven (y): 250.
Totaal aantal 10- t/m 12-jarigen in het voedingsgebied (x): 7.300.
Gemiddelde aantal 12- en 13-jarigen vermenigvuldigd met aantal verblijfsjaren havo (w): 2.350*5,40= 12.690.
Correctiefactor (z): 0,7.

q=(250/7.300*100%)*12.690*0,7 = 304,21 = 304 te verwachten leerlingen voor havo.

School voor vwo

Totaal aantal 10- t/m 12-jarigen voor wie een ouderverklaring voor vwo is afgegeven (y): 230.
Totaal aantal 10- t/m 12-jarigen in het voedingsgebied (x): 7.300.
Gemiddelde aantal 12- en 13-jarigen vermenigvuldigd met aantal verblijfsjaren vwo (w): 2.350*5,70 = 13.395.
Correctiefactor (z): 0,7.

q=(230/7.300*100%)*13.395*0,7 = 295,42 = 295 te verwachten leerlingen voor vwo.

Het te verwachten aantal leerlingen in het 11e kalenderjaar na indiening van de aanvraag moet gelijk zijn aan of hoger zijn dan de stichtingsnorm. De stichtingsnormen voor een scholengemeenschap voor mavo, havo en vwo zijn 195 leerlingen voor mavo, 244 leerlingen voor havo en 293 voor vwo. De scholengemeenschap uit dit voorbeeld voldoet voor alle 3 de gewenste schoolsoorten aan de stichtingsnorm.

Voorbeeld nevenvestiging mavo

Te verwachten aantal leerlingen op 1 januari in het 11e kalenderjaar na indiening van de aanvraag q=(y/x*100%)*w*z. 

In de formule wordt vermenigvuldigd met 100%, dit is gelijk aan het vermenigvuldigen met 1. De uitkomst van de formule wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal.

Totaal aantal 10- t/m 12-jarigen voor wie een ouderverklaring is afgegeven (y): 330.
Totaal aantal 10- t/m 12-jarigen in het voedingsgebied (x): 7.300.
Gemiddelde aantal 12- en 13-jarigen vermenigvuldigd met aantal verblijfsjaren nevenvestiging mavo (w): 2.300*1,96= 4.508.
Correctiefactor (z): 0,7.

q=(330/7.300*100%)*4.508*0,7 = 142,65 = 143 te verwachten leerlingen in het 11e kalenderjaar na aanvraag.

Het te verwachten aantal leerlingen in het 11e kalenderjaar na indiening van de aanvraag moet gelijk zijn aan of hoger zijn dan de stichtingsnorm. De stichtingsnorm voor een nevenvestiging mavo is 130 leerlingen. De nevenvestiging uit dit voorbeeld voldoet met 143 te verwachten leerlingen in het 11e kalenderjaar na aanvraag aan de stichtingsnorm.

Alleen bij uitzondering: marktonderzoek

Het meten van de belangstelling via een marktonderzoek is alleen mogelijk bij uitzondering. Het marktonderzoek moet voldoen aan een aantal voorwaarden. Deze zijn vastgelegd in de wet en in de ministeriële regeling. 

Voorwaarden voor het uitvoeren van een marktonderzoek

Belangstellingsmeting via marktonderzoek mag alleen:

  • als in het voedingsgebied van de nieuwe school het leerlingenaantal voldoende groeit in de 10 jaar na het marktonderzoek. Bij het basisonderwijs gaat het om een groei van 30% van het aantal 2- tot en met 4-jarigen. Voor het voortgezet onderwijs geldt een percentage groei van 19% van het aantal 10- tot en met 12-jarigen. Dit op basis van de gegevens van het CBS en gegevens van de gemeente over verwachte woningbouw.
  • als u als gemeente een aanvraag doet voortkomend uit een beroep op de garantiefunctie openbaar onderwijs.

Voorwaarden waar een marktonderzoek aan moet voldoen

Marktonderzoek naar de belangstelling voor uw initiatief moet aan een aantal voorwaarden voldoen:

  • Het onderzoek heeft betrekking op de kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar in het basisonderwijs of 10 tot en met 12 jaar in het voortgezet onderwijs.
  • Het onderzoek wordt afgenomen onder ouders van leerlingen en uitgevoerd op een wetenschappelijk verantwoorde wijze door een onafhankelijk onderzoeksbureau.
  • Dit bureau werkt volgens een gedragscode voor marktonderzoek die door de brancheorganisatie is opgesteld. Onder andere in verband met de privacy.
  • Het onderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van een aselecte steekproef uit de kinderen in de betreffende leeftijdscategorie, waarbij de steekproef aantoonbaar representatief is voor die leerlingen.
  • Het onderzoek is op 1 november van het jaar van aanvraag niet ouder dan 24 maanden.

Naast deze wettelijke eisen zijn er nog aanvullende eisen ten aanzien van het marktonderzoek en het onderzoeksrapport gesteld in de Regeling voorzieningenplanning po 2021 en Regeling voorzieningenplanning vo 2020. Neem deze goed door voordat u met het onderzoek begint.

Berekening belangstellingsmeting via marktonderzoek

Voorbeelden

Basisschool, grote onderzoekspopulatie

Bij het marktonderzoek gelden eisen ten aanzien van de omvang van de y en x in de formule. Voor een geldig marktonderzoek is ten minste een reactie van 10% van de onderzoekspopulatie nodig, tenzij dit uitkomt op meer dan 500 reacties. Dit is de x uit de wettelijke formule. De onderzoekspopulatie in dit voorbeeld omvat in totaal 20.400 kinderen in het voedingsgebied in de leeftijd van 2 t/m 4 jaar. Als 10% daarvan moet reageren, zou dat uitkomen op 2.040 reacties. Omdat dit meer is dan 500, is in dit geval een minimum van 500 reacties voldoende.

Voor de y van de wettelijke formule is voorgeschreven dat dit ten minste 5 is. Dat betekent dat er ten minste 5 positieve reacties voor het aan te vragen initiatief moeten zijn gegeven. 

Dit ziet er als volgt uit in de formule:
Te verwachten aantal leerlingen op 1 januari in elfde kalenderjaar na indiening van de aanvraag q=(y/x*100%)*w*z.In de formule wordt vermenigvuldigd met 100%, dit is gelijk aan het vermenigvuldigen met 1. De uitkomst van de formule wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal.

Aantal 2- t/m 4-jarigen voor wie in het marktonderzoek is aangegeven dat er belangstelling is voor de school (y): 5.
Totaal aantal 2- t/m 4-jarigen voor wie is deelgenomen aan het marktonderzoek (x): 500.
Totaal aantal 4- t/m 11-jarigen plus 30% van het aantal 12-jarigen op 1 januari in het elfde kalenderjaar na aanvraag (w): 42.000 + 16.000 = 58.000.
Correctiefactor (z): 0,7.

q=(5/500*100%)*58.000*0,7 = 406 te verwachten aantal leerlingen in het elfde kalenderjaar na aanvraag. 

Het marktonderzoek voldoet aan de vereisten voor het minimale aantal positieve reacties en het minimale aantal reacties op het onderzoek. De stichtingsnorm bij deze gemeente ligt op 300. De school uit dit voorbeeld voldoet met 406 te verwachten leerlingen in het 11e kalenderjaar na aanvraag aan de stichtingsnorm.

Basisschool, kleine onderzoekspopulatie

Bij het marktonderzoek gelden eisen ten aanzien van de omvang van de y en x in de formule. Voor een geldig marktonderzoek is ten minste een reactie van 10% van de onderzoekspopulatie nodig, tenzij dit uitkomt op meer dan 500 reacties. Dit is de x uit de wettelijke formule. De onderzoekspopulatie in dit voorbeeld omvat in totaal 3.400 kinderen in het voedingsgebied in de leeftijd van 2 t/m 4 jaar. Als 10% daarvan moet reageren, komt dat uit op 340 reacties.

Voor de y van de wettelijke formule is voorgeschreven dat dit ten minste 5 is. Dat betekent dat er ten minste 5 positieve reacties voor het aan te vragen initiatief moeten zijn gegeven. In dit voorbeeld zijn er 10 positieve reacties gegeven.

Dit ziet er als volgt uit in de formule:
Te verwachten aantal leerlingen op 1 januari in elfde kalenderjaar na indiening van de aanvraag q=(y/x*100%)*w*z.
In de formule wordt vermenigvuldigd met 100%, dit is gelijk aan het vermenigvuldigen met 1. De uitkomst van de formule wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal.

Aantal 2- t/m 4-jarigen voor wie in het marktonderzoek is aangegeven dat er belangstelling is voor de school (y): 10.
Totaal aantal 2- t/m 4-jarigen voor wie is deelgenomen aan het marktonderzoek (x): 340.
Totaal aantal 4- t/m 11-jarigen plus 30% van het aantal 12-jarigen op 1 januari in het elfde kalenderjaar na aanvraag (w): 7.000 + 2.500 = 9.500.
Correctiefactor (z): 0,7.

q=(10/340*100%)*9.500*0,7 = 196 te verwachten aantal leerlingen in het 11e kalenderjaar na aanvraag. 

De stichtingsnorm in deze gemeente is 200. Het marktonderzoek voldoet aan de vereisten voor het minimale aantal positieve reacties en het minimale aantal reacties op het onderzoek. Het te verwachten aantal leerlingen in het elfde kalenderjaar na aanvraag is echter lager dan de stichtingsnorm. Om de stichtingsnorm te halen zal er in dit voorbeeld een groter aantal positieve reacties nodig zijn.

School voor mavo, grote onderzoekspopulatie

Bij het marktonderzoek gelden eisen ten aanzien van de omvang van de y en x in de formule. Voor een geldig marktonderzoek is ten minste een reactie van 10% van de onderzoekspopulatie nodig, tenzij dit uitkomt op meer dan 500 reacties. Dit is de x uit de wettelijke formule. De onderzoekspopulatie in dit voorbeeld omvat in totaal 7.300 kinderen in het voedingsgebied in de leeftijd van 10 t/m 12 jaar. Als 10% daarvan moet reageren, zou dat uitkomen op 730 reacties. Omdat dit meer is dan 500, is in dit geval een minimum van 500 reacties voldoende.

Voor de y van de wettelijke formule is voorgeschreven dat deze tenminste 5 is. Dat betekent dat er ten minste 5 positieve reacties voor het aan te vragen initiatief moeten zijn gegeven.  

Dit ziet er als volgt uit in de formule:
Te verwachten aantal leerlingen op 1 januari in elfde kalenderjaar na indiening van de aanvraag q=(y/x*100%)*w*z.
In de formule wordt vermenigvuldigd met 100%, dit gelijk aan het vermenigvuldigen met 1. De uitkomst van de formule wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal.

Aantal 10- t/m 12-jarigen voor wie in het marktonderzoek is aangegeven dat er belangstelling is voor de school (y): 5.
Totaal aantal 10- t/m 12-jarigen voor wie is deelgenomen aan het marktonderzoek (x): 500.
Gemiddelde aantal 12- en 13-jarigen vermenigvuldigd met aantal verblijfsjaren mavo (w): 2.300*3,9= 8.970.
Correctiefactor (z): 0,7.

q=(5/500*100%)*8.970*0,7 = 63 te verwachten aantal leerlingen in het 11e kalenderjaar na aanvraag.

Het marktonderzoek in dit voorbeeld voldoet aan de vereisten voor het minimale aantal positieve reacties en het minimale aantal reacties op het onderzoek. Het te verwachten aantal leerlingen in het elfde kalenderjaar na aanvraag is echter lager dan de stichtingsnorm. Om de stichtingsnorm te halen zal er in dit voorbeeld een veel groter aantal positieve reacties nodig zijn dan minimaal vereist.

School voor mavo, kleine onderzoekspopulatie

Bij het marktonderzoek gelden eisen ten aanzien van de omvang van de y en x in de formule. Voor een geldig marktonderzoek is ten minste een reactie van 10% van de onderzoekspopulatie nodig, tenzij dit uitkomt op meer dan 500 reacties. Dit is de x uit de wettelijke formule. De onderzoekspopulatie in dit voorbeeld omvat in totaal 2.500 kinderen in het voedingsgebied in de leeftijd van 10 t/m 12 jaar. Als 10% daarvan moet reageren, komt dat uit op 250 reacties.

Voor de y van de wettelijke formule is voorgeschreven dat dit ten minste 5 is. Dat betekent dat er ten minste 5 positieve reacties voor het aan te vragen initiatief moeten zijn gegeven. In dit voorbeeld zijn er 25 positieve reacties gegeven.

Dit ziet er als volgt uit in de formule:
Te verwachten aantal leerlingen op 1 januari in elfde kalenderjaar na indiening van de aanvraag q=(y/x*100%)*w*z.
In de formule wordt vermenigvuldigd met 100%, dit is gelijk aan het vermenigvuldigen met 1. De uitkomst van de formule wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal. 

Aantal 10- t/m 12-jarigen voor wie in het marktonderzoek is aangegeven dat er belangstelling is voor de school (y): 25.
Totaal aantal 10- t/m 12-jarigen voor wie is deelgenomen aan het marktonderzoek (x): 250.
Gemiddelde aantal 12- en 13-jarigen vermenigvuldigd met aantal verblijfsjaren mavo (w): 1.800*3,90= 7.020.
Correctiefactor (z): 0,7.

q=(25/250*100%)*7.020*0,7 = 491 te verwachten aantal leerlingen in het elfde kalenderjaar na aanvraag.

Het marktonderzoek voldoet aan de vereisten voor het minimale aantal positieve reacties en het minimale aantal reacties op het onderzoek. Het te verwachten aantal leerlingen in dit voorbeeld is hoger dan de stichtingsnorm.

Contact

U kunt uw vraag telefonisch of per mail stellen.

Mailen

Stel uw vraag via ico@duo.nl. Vermeld uw instellingscode of bestuursnummer. We beantwoorden uw mail binnen 5 werkdagen.

Bellen

U kunt ons bellen op 070 757 51 11 op werkdagen van 9.00 tot 13.00 uur. 

Terugbelverzoek

Hebt u na 13.00 uur een vraag? Mail dan naar ico@duo.nl en zet bij het onderwerp: terugbelverzoek. Vermeld in de mail uw naam, telefoonnummer en eventueel instellingscode. We bellen u vandaag of de volgende werkdag terug.

Niets missen?

Het onderwijs is constant in beweging. Abonneer u op onze nieuwsbrief.